Burcht Sevenaer

Burcht van de Liemers

Kleef en Gelre

De middeleeuwse burcht Sevenaer heeft een belangrijke rol gespeeld in de strijd tussen Gelre en Kleef om de macht in de Liemers. De burcht was de belangrijkste versterking in dit gebied en van hieruit oefende de ambtman zijn gezag namens de landheer uit over het gebied. Maar omdat zowel Gelre als Kleef verspreide bezittingen in dit gebied hadden, was er vaak onenigheid. Van beide kanten is dan ook geprobeerd de bezittingen in één hand te verenigen. De zeggenschap over de burcht was daarbij van wezenlijk belang. Met name in de tweede helft van de l4e eeuw is er veel om deze burcht te doen geweest en was de zeggenschap erover nu eens in Gelderse en dan weer in Kleefse handen.

Residentie van de ambtman

De tweede fase van de opgegraven burchtbouw met zijn zeer dikke muren moet het slot zijn dat door hertog Adolf aan het begin van de 15e eeuw is gebouwd. Waarschijnlijk was dit nadat in 1401 of 1402 de oude burcht was ingenomen en de Liemers weer in Kleefse handen gekomen was. We zien dan ook dat in 1409 door Adolf het slot aan zijn broer Gerhard ter beschikking gesteld werd. Gerhard was na beëindiging van zijn studie in Parijs weer teruggekeerd en kon zo een passende staat voeren. Na twee jaar ruilde Gerhard het slot in voor de burcht van Huissen.

Hierna was het slot weer de residentie van de ambtman van de Liemers. In 1414 werd Dirk Smullinck tot ambtman benoemd en kreeg daarbij tevens de opdracht het slot te bewaren. Na Dirk Smullinck werd zijn zoon Goswin tot ambtman aangesteld, vervolgens Dirk Momme van KeIlen, daarna Gerrit van den Cornhorst en in 1437 Johan van den Loo. Ook deze kreeg weer de opdracht om samen met twaalf mannen het slot te bewaren. Johan van den Loo werd in 1476 als ambtman opgevolgd door zijn zoon Wessel van den Loo.

De ambtmannen hadden slechts het beheer over het slot. Het bleef daarbij eigendom van de hertogen van Kleef. In 1420 bepaalde hertog Adolf dat zijn vrouw Maria van Bourgondië (zuster van Filips de Goede) de burcht Sevenaer en het land van de Liemers met hoge en lage rechten als lijftocht kon gebruiken. Dit hield in dat ze het vruchtgebruik had van alle Kleefse goederen en rechten in de Liemers. Het eigendomsrecht erfde echter over binnen het hertogelijk huis.

Dit gevonden armatuur van een muntweegschaaltje duidt erop dat er op de burcht transacties plaatsvonden waarmee geldbedragen waren gemoeid.

Schildering van een geldwisselaar die een muntweegschaaltje gebruikt.

Geschilderd portret van hertog Johan II van Kleef, die Zevenaar in 1487 stadsrechten verleende.