Grachten en bodemlagen
Een belangrijk onderdeel van het burchtcomplex vormen de grachten. Toen de eerste burcht werd gebouwd, is deze door minstens twee (concentrische) grachten omgeven. De buitenste van deze twee moet in de eerste helft van de 15e eeuw zijn gedempt. Toen is er bovenop deze gedempte gracht een wal (een zgn.burchtwal) aangelegd. Vóór deze wal, d.w .z. aan de buitenzijde ervan, is toen uiteraard weer een nieuwe gracht aangelegd. Deze laatste gracht, buiten de wal, is later onderdeel van de stadsgracht van de stad Zevenaar geworden.
Aanleggen van een gracht
In een archiefstuk uit 1401 vinden we een beschrijving van de burcht waaruit blijkt dat een valbrug toegang gaf, en dat de burcht was omgeven door grachten. Over een wal werd niet gesproken, zodat deze waarschijnlijk later dan in 1401 zal zijn aangelegd. Het zal hier nog om de eerste fase van de burcht gaan. Het aanleggen van grachten moet een zwaar karwei zijn geweest. Over bemaling beschikte men nog niet. Soms waren er arbeiders dag en nacht aan het hozen om het gedeelte van een gracht waaraan werd gewerkt droog te houden. Hun collega’s hielden zich dan bezig met het wegsteken en afvoeren van de zware klei uit de Zevenaarse bodem.
Grachtlagen met vondsten
Grachten vormen een interessante bron van informatie omdat er vaak veel voorwerpen in terecht zijn gekomen. Bij de aanleg van de parkeergarage is de grachtvulling van de binnenste gracht niet met schop en troffel uitgegraven, omdat dat te tijdrovend en kostbaar zou worden. In het Programma van Eisen is bepaald dat de grachtvulling vaksgewijs zou worden uitgegraven met behulp van een machine en dat de grachtvulling in big bags in depot zou worden gezet om daarna machinaal te worden gezeefd. Dat is ook gebeurd. Bijzondere vondsten waren onder andere de fragmenten van heiligenbeeldjes die zijn gevonden.
Valbrug
Bij de opgraving in 1984 is een deel van de restanten van de brug behorende bij de tweede bouwfase van de hoofdburcht blootgelegd. Er zijn resten van houten brugpalen gevonden. Hiervoor was eikenhout gebruikt, dat veel werd toegepast vanwege de lange levensduur. Overigens bleek dat deze brugpalen al eerder voor een of andere constructie waren gebruikt. De brug was volledig van hout, bestaand uit twee gedeelten. Het eerste deel was vast, het tweede deel (vermoedelijk) opklapbaar, een zogenaamde valbrug of ophaalbrug. Door de brug op te halen kon men zich verschansen tegen vijandelijk krijgsvolk.
Blootleggen van bewaard gebleven beschoeiing van de gracht.
Eikenhouten palen van de toegangsbrug tot de (hoofd)burcht.
Doorsnede door een voormalige watergang.
Machinaal uitgraven van de grachtvulling op de plek waar nu de inrit van de parkeergarage is.